Parijs in de 18de eeuw. Grenouille is de zoon van een visverkoopster, maar groeit op als vondeling. Hij is een norse, zwijgzame jongeman, maar heeft één groot talent: zijn fabelachtige reukzin. Hij is eerst huidenvetter, maar slaagt er later in om als leerjongen te worden aangenomen bij meester-parfumier Guiseppe Baldini. Daar brengt hij zijn talent tot volle ontwikkeling. Met zijn verfijnde reukzin kan hij alle geuren namaken en perfecte parfums ontwikkelen. Maar hij wordt alsmaar ambitieuzer. Baldini kan hem niets meer leren en stuurt hem naar Grasse, het centrum van de Franse parfumproductie. Grenouille wil er de geur van koper en steen en zelfs van de menselijke schoonheid in een parfum gieten. En om dat te bereiken is hij tot alles bereid, zelfs het allerergste.