TVgids.nl
Klik op 'toestaan' om meldingen van TVgids.nl te ontvangen.
Sport
Etappe 1: Brest – Landerneau
De Tour de France gaat dit jaar van start in Bretagne en dat is mogelijk goed nieuws voor de Nederlandse wielerfans. De 198 kilometer tussen Brest en Landerneau is Mathieu van der Poel namelijk op het lijf geschreven. Onderweg zijn er flink wat heuvels en de etappe eindigt met een steil klimmetje. Naast de Nederlandse wielerheld azen ook zijn twee grote concurrenten Julian Alaphilippe en Wout Van Aert op de eerste gele trui. La Course is vanaf 10.00 uur te zien op NPO 1.
Etappe 2: Perros-Guirec – Mûr de Bretagne
De renners moeten stevig op de pedalen bij de tweede etappe tussen Perros-Guirec en Mûr-de-Bretagne. De slotklim is een kuitenbijter, met vooral in het begin pittige stijgingspercentages. Tijdens de 183 heuvelachtige kilometers moet het peloton twee keer deze muur op, na de tweede beklimming wacht de eindstreep. Het is de vierde keer dat de helling in het Tourschema is opgenomen; klassementsrenner Cadel Evans, aanvaller Alexis Vuillermoz en klassiekerspecialist Dan Martin wonnen eerder op Mûr-de-Bretagne. De Franse wielerfans hopen dat ditmaal Julian Alaphilippe de slotklim aangrijpt voor een vroege machtsgreep in het klassement. De thuis rijdende rasaanvaller sprokkelde de afgelopen drie jaar in de Tour maar liefst vijf ritzeges en een bergtrui bij elkaar.
Etappe 3: Lorient – Pontivy
Nog een rit door Bretagne, maar wel een heel andere dan de vorige twee. De 183 kilometer tussen Lorient en Pontivy zijn redelijk vlak en het zit er dik in dat de straten van de finishplaats het toneel worden van een massasprint. De Tourdirectie is scheutig met ritten voor de sprinters: er zitten dit jaar flink wat vlakke etappes aan te komen, met name in de eerste week. De allersnelste mannen van het peloton hebben de Ronde van Frankrijk daarom met een dikke stift omcirkeld in hun jaarplanning. Onder anderen Caleb Ewan en Arnaud Démare hebben hun zinnen gezet op een of meerdere etappezeges. Sprinter Dylan Groenewegen is er dit jaar niet bij, maar met de eveneens rappe Cees Bol hebben de Nederlandse fans toch iemand om voor te juichen.
Etappe 4: Redon – Fougères
De wind is tijdens de 151 kilometer lange rit van Redon naar Fougères de enige mogelijke spelbreker voor de sprinters, want het parcours is zo vlak als een biljartlaken. De kans op een massasprint is dus groot, al zal er altijd wel een klein groepje avonturiers zijn dat uit het peloton ontsnapt. Een op voorhand zo goed als kansloze missie, weet ook Stef Clement. “Toch doen ze het”, vertelt de commentator en oud-coureur. “De Tour wordt in ontzettend veel landen live uitgezonden. Als je uren voorop rijdt, ben je zo lang in beeld voor je sponsor, daar valt niet tegenop te adverteren.” Het is dus een commerciële overweging om voorop te rijden. "Precies, je bent gewoon reclame aan het rijden. En uiteindelijk kan deze sport alleen bestaan omdat er sponsors zijn.”
Etappe 5: Changé – Laval
Het is tijd voor de eerste klappen in het klassement; de renners krijgen een tijdrit van Changé naar Laval Espace Mayenne voorgeschoteld. Mooi nieuws voor de specialisten in de race tegen de klok, vooral omdat er op de voorlaatste Tourdag nóg een tijdrit op het programma staat. En dat is opmerkelijk, want de afgelopen jaren was het voor de liefhebbers van deze discipline toch vaak wat behelpen. Ook de lengte van deze vijfde etappe – bijna 27 vlakke kilometers – valt op, vindt ook Tourdirecteur Christian Prudhomme. “We hebben sinds 2008 niet meer zo’n lange tijdrit in de openingsweek gehad”, vertelt hij op de officiële site van de Ronde van Frankrijk. “Dit cadeau aan de specialisten laat zien dat we altijd variatie nastreven in het routeschema.”
Etappe 6: Tours – Châteauroux
Als de voortekenen niet bedriegen, zit er weer een massasprint aan te komen. Het peloton koerst tijdens de zesde etappe slechts 161 kilometer door het Loiredal van Tours naar Chateauroux. Het grootste deel van de rit kan vanuit sportief perspectief waarschijnlijk schriftelijk worden afgedaan, maar de kijker krijgt als goedmakertje wel een hele rits kastelen in beeld. En dat betekent dat de NOS-commentatoren het grote kastelenboek weer tevoorschijn kunnen halen. Herbert Dijkstra diste jarenlang elke Tour weer trouw historische feiten over de chateaus op tijdens dit soort etappes. Dit jaar is Dijkstra er niet bij, maar als de nieuwe centrale presentator Joris van den Berg mazzel heeft, ligt dat boek nog wel ergens in een la op de Studio sport-redactie.
Etappe 7: Vierzon – Le Creusot
Maar liefst 250 kilometer moeten de renners afleggen door de heuvels van Centraal-Frankrijk. De rit van Vierzon naar Le Creusot lijkt op maat gesneden voor de klassiekerspecialisten; het parcours heeft qua lengte en moeilijkheidsgraad wel wat weg van de eendagswedstrijden die in april op de wielerkalender staan. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat een groep aanvallers de langste etappe van de ronde aangrijpt voor een avontuur. De vraag is of het peloton ze hun gang laat gaan, of de vluchters probeert binnen schootsafstand te houden. Dat hangt af van wie ervantussen zijn gegaan, wat hun achterstand in het klassement is en of de ploeg die de gele trui heeft die wil verdedigen. Dat kost veel energie, die mogelijk later in de Tour nog hard nodig is.
Etappe 8: Oyonnax – Le Grand-Bornand
De Tourrenners hebben in het openingsweekend wat Bretonse muurtjes bedwongen, en de afgelopen dagen stonden er ook best wat heuvels op de routekaart. Maar het echte klimwerk van deze ronde staat pas dit weekend op het programma. De eerste – 151 kilometer lange – rit in de Alpen leidt van Oyonnax naar Le Grand-Bornand en voert de renners onder meer over de Côte de Mont-Saxonnex, de Col de Romme en de Col de la Colombière, alle uit de eerste categorie. De finish ligt na een lange, moeilijke afdaling. Mochten er bij de start nog mindere klimmers hoog in het algemeen klassement staan, dan zijn die na deze rit waarschijnlijk wel uit de top verdwenen. Een ander klassement dat vorm krijgt, is dat om de bolletjestrui. Onderweg zijn er heel wat bergpunten te sprokkelen.
Etappe 9: Cluses – Tignes
Nog maar eens een rit door de Alpen, maar ditmaal ligt de finish wél bergop. Lang is het traject tussen Cluses en Tignes met 145 kilometer niet, maar slopend des te meer. Onderweg onder meer de eerste klim van de buitencategorie, de Col du Pré, en verder maken de klassementsrenners zich op voor een veldslag tijdens de slotklim naar Tignes, net als in 2019. Toen liep het door plots opkomend noodweer uit op een anticlimax. Regen, hagel, modderstromen en ijzige waterplassen op het wegdek maakten verder rijden niet verantwoord. De Tourdirectie greep in en het laatste deel van de wedstrijd ging niet door. Een lelijke streep door de rekening van Steven Kruijswijk, die grote plannen had. Uiteindelijk eindigde de Jumbo-Visma-renner deze Tour toch nog als derde.
Etappe 10: Albertville – Valence
Wat wordt de uitkomst van de 191 kilometer lange rit tussen Albertville en Valence: een succesvolle ontsnapping, of een sprint met een – al dan niet uitgedund – peloton? Waarschijnlijk het laatste: onderweg liggen weliswaar drie klimmetjes, maar die zijn ook weer niet zo zwaar dat alle sprinters puffend moeten afhaken. Mogelijk vallen er op de laatste van de drie wel een paar slachtoffers, met als gevolg dat er bij een eventuele massasprint wellicht net even andere mannen om de prijzen mogen strijden. Wat ook tegen een succesvolle vlucht pleit, is het feit dat het peloton na zo'n eerste rustdag fris en fruitig aan de start verschijnt. Knechten van de sprinters zijn weer volledig opgeladen om tijdens een achtervolging een tandje bij te schakelen.
Etappe 11: Sorgues – Malaucène
Vijf jaar ontbrak de Mont Ventoux in het routeschema van de Tour de France, maar dat haalt deze editie dubbel en dwars in. Het peloton moet in de 199 kilometer lange rit tussen Sorgues en Malaucène maar liefst tweemaal de mythische wielerberg op en af. Eerst wacht de 'makkelijke' kant, vanaf Sault. Daarna volgt een rondje om de berg en de loodzware klim vanuit Bédoin, met als toetje een afdaling naar de finishplaats. De vorige Tourrit naar de Ventoux staat veel wielervolgers nog op het netvlies gebrand. Klassementsrenners Chris Froome, Richie Porte en Bauke Mollema knalden op een motor. Froomes fietst overleefde de botsing niet en de Britse geletruidrager legde de laatste kilometers deels af door tussen de uitzinnige fans de berg op te rennen.
Etappe 12: Saint-Paul-Trois-Châteaux – Nîmes
'Een gegarandeerde massasprint', noemt Tour de France-directeur Michel Prud'homme de uitkomst van de 161 kilometer lange rit tussen Saint-Paul-Troix-Châteaux en Nîmes op de site van de Tour. En inderdaad is dit het waarschijnlijkste scenario. Maar pas op, want hij waarschuwt ook voor een onverwachte hindernis die op de loer ligt. Niet eens de heuvels die de renners over moeten – het parcours is zelden echt vlak. Nee, het is de wind die mogelijk voor chaos kan zorgen. In dit deel van Frankrijk kan die flink huishouden en er zijn de nodige open stukken onderweg waarop die het peloton aan stukken kan blazen. Het is dus oppassen voor de klassementsstoppers, want als ze eenmaal achter zo'n breuk zijn beland, is het lastig om terug te keren naar de voorste gelederen.
Etappe 13: Nîmes – Carcassonne
Hoog zijn de bergen tussen Nîmes en Carcassonne nergens, maar dat betekent zeker niet dat de rit gaat eindigen met een massasprint. Ten eerste is daar het traject, dat ondanks het bijna compleet ontbreken van gecategoriseerde beklimmingen toch nergens vlak is. Daarnaast is er de lengte: 220 kilometer is een eind fietsen, en al helemaal met de ontberingen in de Alpen en op de Mont Ventoux nog vers in de benen. Het is nog maar de vraag of ploegmakkers van de sprinters de kracht hebben om dat hele stuk achter een groepje avonturiers aan te fietsen. En dan is er mogelijk ook nog het klimaat: de streek kan midden in de zomer een bakoven zijn. Tot slot spreekt de geschiedenis tegen: nooit eerder liep een etappe naar de vestingstad uit op een massasprint.
Etappe 14: Carcassonne – Quillan
De klimmers kunnen tijdens de 184 kilometer tussen Carcassonne en Quillan de benen alvast opwarmen voor de komende dagen. Er liggen namelijk vier zware Pyreneeënritten op het peloton te wachten. Ook nu komen de bergen in zicht, maar de echte reuzen laten nog op zich wachten. Een ideale etappe dus voor avontuurlijk ingestelde aanvallers die wel een bergje kunnen verteren. Dat zijn er heel wat en een plek in de kopgroep is felbegeerd. De kans van slagen hebben de avonturiers niet in eigen hand, weet commentator en oud-coureur Stef Clement. "Je moet meezitten in de goede groep. En welke dat is? Dat beslist het peloton, en nooit de groep zelf. Want dat is altijd sterker dan de kopgroep, omdat ze met meer zijn, en er dus meer frisse mannen op kop kunnen rijden."
Etappe 15: Céret – Andorre-La-Vieille
In de eerste echte Pyreneeënrit ligt een ware uitputtingsslag op het peloton te wachten. Vier bergen moeten de renners tussen Céret en Andorra-la-Vella over. De eerste drie zijn niet idioot steil, maar lijken wel eeuwig te duren. De laatste is een echte benenbreker, want in tegenstelling tot de drie voorgangers is de Beixalis wel knettersteil. Na de beklimming volgt een lastige afdaling naar de eindstreep. Er ligt overigens een prijs te wachten op de renner die de top van de derde berg, de Port d'Envalira, als eerste bereikt: het Souvenir Henri Desgrange. Die verdienen renners door als eerste de hoogste klim van de Tour te ronden. Dit souvenir ging de afgelopen drie jaar naar een Colombiaan, achtereenvolgens Nairo Quintana, Egan Bernal en Miguel Angel Lopez.
Etappe 16: Pas de La Case – Saint-Gaudens
In de eerste echte Pyreneeënrit ligt een ware uitputtingsslag op het peloton te wachten. Vier bergen moeten de renners tussen Céret en Andorra-la-Vella over. De eerste drie zijn niet idioot steil, maar lijken wel eeuwig te duren. De laatste is een echte benenbreker, want in tegenstelling tot de drie voorgangers is de Beixalis wel knettersteil. Na de beklimming volgt een lastige afdaling naar de eindstreep. Er ligt overigens een prijs te wachten op de renner die de top van de derde berg, de Port d'Envalira, als eerste bereikt: het Souvenir Henri Desgrange. Die verdienen renners door als eerste de hoogste klim van de Tour te ronden. Dit souvenir ging de afgelopen drie jaar naar een Colombiaan, achtereenvolgens Nairo Quintana, Egan Bernal en Miguel Angel Lopez.
Etappe 17: Muret - Saint-Lary-Soulan
De etappe van Muret naar Saint-Lary-Soulan is er een met twee gezichten. De eerste 112 kilometer zijn vlak, maar daarna gaat het los. Drie hoge bergen volgen elkaar in rap tempo op: de Peyresourde, de Col de Val Louron-Azet en de Col du Portet. Op deze berg is de finishlijn en dat betekent dat de klimmers in de top van het klassement de concurrenten op de laatste berg op minuten achterstand kunnen rijden. Het is pas de tweede keer dat deze col een plek krijgt in het Tourschema. Bijna was het een keer meer geweest, want de lokale autoriteiten pleitten in 1982 al voor een finish op de Portet. De Tour koos er echter voor om de eindstreep een berg verderop te leggen, in Pla d’Adet. De Portet ging tot 2018 in de wachtkamer. Drie jaar geleden won Nairo Quintana er.
Etappe 18: Pau - Luz-Ardiden
Nog twee beklimmingen heeft de Tour in petto voor het peloton, daar zit een echte klassieker tussen. Op de 130 kilometer tussen Pau en Luz-Ardiden ligt de Col du Tourmalet, de meest beklommen berg uit de Tourhistorie. Ditmaal gaat het peloton de berg op vanuit Sainte-Marie de Campan, de kortere en iets steilere route. Onderweg naar de Tourmalet komen de renners door Lourdes. In dit plaatsje verklaarde de veertienjarige Bernadette in 1858 dat een in het wit gehulde jonge vrouw aan haar was verschenen in een grot buiten het dorp. De pastoor raakte er door haar verhalen van overtuigd dat dit de heilige maagd Maria was. Sindsdien wordt het water in de grot geneeskrachtige werking toegedicht en is Lourdes een van belangrijkste bedevaartsoorden ter wereld.
Etappe 19: Mourenx - Libourne
Na een kleine week bikkelen in de Pyreneeën is het tijd voor iets anders: een lange vlakke rit. De etappe voert de renners van Mourenx naar Libourne. De afstand: 207 kilometer. Eerder in de ronde was de rit vrijwel zeker geëindigd in een massasprint, maar het zou nu ook best kunnen dat een renner uit een groepje avonturiers er met de zege vandoor gaat. Waarschijnlijk hebben de afgelopen dagen flink wat sprinters in de remmen geknepen, en bij veel van hun helpers zal het sap inmiddels ook wel uit de benen zijn. In een vergelijkbare negentiende etappe slaagde een groep aanvallers er vorig jaar in om het peloton voor te blijven. Søren Kragh Andersen ontsnapte even voor de finish aan zijn vluchtmakkers, en de oersterke Deen kwam solo over de eindstreep.
Etappe 20: Libourne - Saint Emilion
Op de op een na laatste dag rijden de renners hun tweede tijdrit door de Bordeaux-streek van Libourne naar Saint Emilion. Vorig jaar pakte de laatste tijdrit sensationeel uit toen Tadej Pogacar totaal onverwacht uit de gele trui van gedoodverfde winnaar Primoz Roglic afpakte. Staat ons dit jaar weer zo’n spektakel te wachten? De eerste renner start om 13.05 en de laatste komt naar verwachting rond 18.00 over de finish.
Etappe 21: Chatou - Parijs
De overgebleven renners rijden vandaag van Chatou naar Parijs om daar hun laatste rondjes over de kasseien van de Champs-Élysées te volbrengen. Traditiegetrouw is dit de saaiste etappe van de Tour de France waarin alleen op de laatste meters in de gegarandeerde massasprint iets te beleven valt. De rest van de etappe is gereserveerd voor champagne drinken en foto’s maken. Een ontsnapping is zo’n beetje verboden. Helaas. Maar voor de winnaar op de Champs-Élysées ligt natuurlijk wel eeuwige roem te wachten.
De TV van gisteren: Niels van der Laan en Jeroen Woe laten Even Tot Hier-kijkers met groot vraagteken achter
06:47Vanavond op TV: Scrooge live, Expeditie Robinson, Mean Girls
00:01Advent dag 22 | Geniet van de jubileumeditie van Scrooge Live
23:00Dit zijn de elf potentiële deelnemers van B&B Vol Liefde 2025
21:51Raymond van Barneveld 'genaaid' op WK Darts 2025