1. Brieven en mailtjes

“Er waren tijden dat we tweeduizend aanmeldingen per jaar kregen. Volgens mij zijn dat er tegenwoordig nog altijd zo’n vijfhonderd. Het zijn vaak echt hartenkreten. Omdat mensen door internet ook makkelijker zelf zoeken, gaat het nu meestal om ingewikkelde gevallen van mensen die amper aanknopingspunten hebben.”

2. Internet

“Als we op zoek gaan, kijken we uiteraard eerst of iemand niet toch via sociale media te vinden is. Vaak hebben mensen dat zelf al gedaan, maar ja, je weet maar nooit. Je moet eerst bedenken op welk spoor je gaat zitten met je zoektocht, zoekmachines zijn daarbij onmisbaar.”

3. DNA-banken

“DNA-banken die helpen verwanten op te sporen, zijn ook voor ons een nieuwe mogelijkheid om een spoortje te vinden. Ze leveren per serie inmiddels wel twee of drie goeie verhalen op. De kans is klein, maar een match, hoe klein ook, is een spoortje. Een speld in een hooiberg vinden is lastig, maar als je alle hooi wegblaast, vind je uiteindelijk die speld misschien ook wel.”

4. Plaatselijke contacten

“Ik ben vandaag op het Roemeense platteland op pad met een correspondente omdat ik de taal niet spreek. We werken vaak al jaren met dezelfde contacten, zij zijn van essentieel belang om zaken op gang te krijgen. Je kunt niet zomaar vanuit Hilversum even bellen met Chichicastenango in Guatemala: kijken jullie eens of je die en die kunt vinden. Het is wel belangrijk dat zo’n medewerker het programma kent en weet wat we komen doen. Het gaat om gevoelige zaken, je kan daar niet als een olifant in een porseleinkast rond denderen.”

5. Archieven

“Ik was voor deze reeks nog in Chili in het archief van een kerkhof. Ik liep binnen en dacht, dit wordt niks: een hok vol stapels en stapels papieren. Waar ik dan toch – vraag me niet hoe het kan – net het goede papiertje uithaalde met de naam die ik zocht. Dat is wel een kick. De computer is een handige uitvinding, maar tig keer leuker is het om informatie uit door muizen aangevreten mapjes in stoffige archieven te vissen.”

6. Vliegtuig

“Zonder vliegen is dit programma niet te maken. Mijn gedenkwaardigste vlucht? Ergens in oost-Colombia konden mijn cameraman, de piloot en ik net in een heel klein vliegtuigje. We mochten onderweg zelf even vliegen, hij maakte wat loopings, allemaal dingen die voor mij niet hoeven. Twee jaar later las ik in een Colombiaanse krant dat hij was verongelukt. Leuk om na te vertellen zo’n verhaal, maar ja, dan moet je het inderdaad wel kunnen navertellen.”

Spoorloos is vanaf maandag 19 september wekelijks om 21:25 uur te zien op NPO1.